Wat betekenen de laserinstellingen?

Optimale laserinstellingen voor lasergraveren en lasersnijden voor CO2 lasertoepassingen.

Wat betekenen de instellingen vermogen, snelheid, ppi, Hz, passages, Air Assist, z-offset? Hier kunt u een korte uitleg vinden.

Vermogen en snelheid instellingen

Het vermogen en de snelheid instellingen zijn de belangrijkste instellingen in de materiaaldatabase. Deze kunnen op een percentage tussen de 0% en 100% worden gezet. Het Vermogen beschrijft de output van de laser. 100% is het maximale vermogen. Voor donkere gravures in hout, laminaten of in stempelrubber, heeft u over het algemeen een hoog vermogen nodig. Voor papier gebruikt u bijvoorbeeld weinig vermogen. De Snelheid beschijft de beweging van de laserkop. Hoge snelheden leiden tot een korte blootstelling, lage snelheden tot een lange blootstelling. Zo worden bijvoorbeeld grootformaat gravures van TroLase materiaal gegraveerd met een hoge snelheid, tussen de 80% en 100%, maar voor fotogravures met veel details op bijvoorbeeld hout, mag de snelheid niet boven de 10% uitkomen. De instelling beïnvloedt ook de kwaliteit van de lasersnede. Let op dat snij- en graveersnelheden niet te vergelijken zijn. Snijden is vaak langzamer dan graveren. Een "hoge" snijsnelheid is 10%.

PPI en Hz instellingen

De PPI instelling (=pulses per inch) bepaalt hoeveel laserpulsen per inch er gebruikt worden voor het graveren. Voor een goed resultaat moet deze waarde gelijk of een veelvoud zijn van de geselecteerde dpi. In Ruby® worden de PPI-instellingen automatisch aangepast aan de DPI-instellingen. Als u deze instelling op "Auto" zet in JobControl, dan wordt de optimale resolutie van de laserpulsen automatisch bepaald.

Tijdens het snijden, is de Frequentie instelling bepalend en staat weergegeven in Hz (=Hertz). Het specificeert het aantal laserpulses per seconde. Voor een CO₂ laser geldt dat de waarde kan variëren tussen 1,000 tot 60,000 Hz. Als u bijvoorbeeld een gladde rand wilt bij het snijden van acrylaat, heeft u hogere temperaturen nodig en dus zal deze waarde tussen de 5,000 en 20,000 Hz liggen. Aan de andere kant geldt voor het snijden van hout dat er een lage frequentie van 1000 Hz vereist is voor een mooie snijrand.

Passage instelling

De Passage instelling bepaalt het aantal graveer- of snijpassages. Voor sommige materialen kan het bijvoorbeeld voordelig zijn om met een laag vermogen en hoge snelheid te graveren en vervolgens dit proces te herhalen. Dit betekent dat het materiaal minder belast wordt per passage. Dit is bijvoorbeeld een goede aanpak voor het graveren van reliëf.

Air Assist instelling

Tijdens lasergraveren en lasersnijden kan de toevoer van perslucht de resultaten sterk verbeteren. Verder beschermt Air Assist de lens tegen schade, aangezien er geen stof op de lens kan komen. Echter, er zijn toepassingen waarbij de Air Assist bewust wordt uitgeschakeld. Bij het graveren van TroLase materiaal, wordt bijvoorbeeld een mooier resultaat bereikt door de Air Assist uit te schakelen. In dit geval moet de lens vaker gecontroleerd worden op bevuiling.

Z-offset instelling

De z-offset beschrijft de focusinstelling. Als de z-offset ingesteld is op 0, dan werkt deze "in focus," wat inhoudt dat de focus precies op het materiaal is. Echter, er zijn ook toepassingen waarbij "uit focus" bewust gekozen wordt. Voor bijvoorbeeld het graveren van grote stukken op TroLase raden wij aan 2mm "uit focus" te graveren voor een consistent graveerresultaat. De volgende z-offset waarden zijn mogelijk:- 5 mm (tafel beweegt naar boven, dus dichter op het materiaal) tot 127 mm (tafel beweegt naar beneden, dus verder weg van het materiaal).