Print & Cut verjaardagskaart
In deze tutorial tonen wij u hoe u gepersonaliseerde gedrukte kaarten maakt met JobControl® Vision-software en camerasystemen.
Print & Cut verjaardagskaart
In deze tutorial tonen wij u hoe u gepersonaliseerde gedrukte kaarten maakt met JobControl® Vision-software en camerasystemen.
In deze tutorial laten we zien hoe u gepersonaliseerde gedrukte kaarten met JobControl® Vision kunt creëren.
Voorbereiding
Vereiste materialen
- Individueel geprint papier 200g/m² voor het binnenste gedeelte
- Gedrukt of gekleurd papier voor het buitenste gedeelte minstens 300 g/m²
- Zelfklevende stippen of tape/lijm
Gebruikte machine
- Speedy 360
- 80 Watt
- 1.5" lens
- JobControl® Vision camerasysteem en software
- Aluminum Cutting Grid Table or Honeycomb Cutting Tabletop
U kunt de kaart ook maken met een Speedy 300, Speedy 400 en SP500 met de JobControl® Vision software.
Belangrijk
- Gebruik voor het binnenste gedeelte papier van minimaal 150 g/m².
- Zorg ervoor dat de bézierkromme naar de printer wordt gestuurd, anders kan JobControl® Vision de registratiepunten niet herkennen.
Stap voor stap
Stap 1: Binnenkant
Creëer uw eigen ontwerp of gebruik onze template voor het binnenste gedeelte van de kaart. Voor en nog persoonlijker kaart kunt u een naam en leeftijd toevoegen voor het printen.
Stuur vervolgens het ontwerp naar de laser met onderstaande instellingen, in dit geval alleen de registratiepunten en de snijlijnen. Dan deactiveert u de laag met het grafische ontwerp, zodat dit niet naar de laser wordt gestuurd.
Printinstellingen
Bewerkingsmodus | Resolutie | Snijlijn |
---|---|---|
Standaard | 1000 dpi | geen |
Halftone | Anders |
---|---|
Kleur | verbeterde geometrieën innerlijke geometrieën eerst |
Stap 2: Laserbewerking binnenkant
De laserinstellingen kunnen variëren afhankelijk van het type laser en het beschikbare laservermogen.
Laserinstellingen
Laserinstellingen | Kleur | Bewerking | Vermogen (%) | Snelheid (%) |
---|---|---|---|---|
RegMark | Zwart | RegMark | - | - |
Rillen | Rood | Snijden CO2 | 3,5 | 2 |
Snijden | Blauw | Snijden CO2 | 7 | 1 |
Snijden | Woestijnblauw | Snijden CO2 | 15 | 4 |
ppi/Hz | Passages | Air Assist | Z-Offset | Geavanceerd |
---|---|---|---|---|
- | - | - | - | - |
1000 | 1 | aan | +1.5 mm | - |
1000 | 1 | aan | - | - |
1000 | 1 | aan | - | Correctie 20 |
Stap 3: Positioneren van de print- en lasertaak
Verbind JobControl® met de laser.
Veprlaats de taak van wachtrij naar de plaat en plaats het in de printpositie van de machine. Doe dit door de laserpointer te verplaatsen naar het midden van een registratiepunt en plaats deze op de crosshairs in JobControl®.
Tip:
Gebruik de “What you see is what you get” functie (WYSIWYG) in JobControl® voor eenvoudiger positioneren.
Stap 4: Kalibreer de camera
Focus op het papier. Om de camera te kalibreren ga naar Settings - Options - Hardware - Vision. Het doel is om het registratiepunt te onderscheiden van de achtergrond. Verplaats vervolgens de camera naar elk gewenst registratiepunt op de print. Met de juiste instellingen van Exposure, Gamma en Threshold, zal de crikel om het registratiepunt groen worden. De balk onder de preview zal ook groen worden. Het kan zijn dat u de instellingen aan de hand hiervan moet aanpassen.
Tip:
Voor compensatie kies 'fully nonlinear'. Met deze selectie kan de software de taak aanpassen op schaal en naar gedraaide prints.
Stap 5: Snijtaak
Na het instellen van de camera kunt u de taak starten.
Als de positie en oriëntatie van de lasertaak in JobControl® past bij de positie van het materiaal op het werkgebied, leest JobControl alle registratiepunten automatisch en snijdt de taak.
Als de posities niet passen, zult u de positie handmatig moeten aanpassen, door de camera te plaatsen op een registratiepunt. Als de balk onder de preview groen is, bevestig dit met Enter. Als de print een afwijking bevat, wijs het tweede registratiepunt toe aan de juiste positie. De overige registratiepunten zullen vervolgens automatisch gelezen worden.
Stap 6: Buitenste gedeelte
Voor het buitenste gedeelte van de kaart hebben we gekozen voor dubbelzijdig gedrukt papier. In dit geval gebruiken we geen registratiepunten, omdat we geen contouren hoeven te snijden.
Stuur vervolgens het ontwerp naar de laser met onderstaande instellingen.
Tip:
Voor een nog verfijndere afwerking van uw kaart kunt u een gravure met patroen of de naam van de ontvanger toevoegen.
Printinstellingen
Bewerkingsmodus | Resolutie | Snijlijn |
---|---|---|
Standaard | 500 dpi | geen |
Halftone | Anders |
---|---|
Kleur | verbeterde geometrieën innerlijke geometrieën eerst |
Stap 7: Laserbewerking buitenste gedeelte
Gebruik onze instellingen voor het buitenste gedeelte. De laserinstellingen kunnen variëren afhankelijk van het type laser en het beschikbare laservermogen.
Tip:
Als u een ander papiersoort gebruikt, test de juiste instellingen op een klein stukje.
Laserinstellingen
Laserinstellingen | Kleur | Bewerking | Vermogen (%) | Snelheid (%) |
---|---|---|---|---|
Rillen | Rood | Snijden CO2 | 5 | 2 |
Rillen | Woestijnblauw | Snijden CO2 | 20 | 3,8 |
ppi/Hz | Passages | Air Assist | Z-Offset | Geavanceerd |
---|---|---|---|---|
1000 | 1 | aan | +1,5 mm | - |
1000 | 1 | aan | - | Correctie 20 |
Stap 8: Afwerking
De volgende stap is het vouwen van de kaart. Begin met het midden te vouwen. Werk vervolgens naar boven door het vouwen van de taartlagen.
Plaats vervolgens het binnenste gedeelte in het de buitenste kaart. Gebruik ofwel de zelfklevende stippen of tape of lijm.
Tip:
Wilt u kiezen voor de veilige weg kiezen en van tevoren de kaart vouwen? Voor de eerste keer, kunt u de taak op normaal, ongeprint papier (80 g/m²) met minder vermogen voor het rillen. Verander de bewerking van de zwarte instelling naar "Skip."
Inspiratie
Heeft u haast? Probeer een gegraveerde kaart. Gebruik hetzelfde ontwerp op een wit of gekleurd vel papier. Zorg ervoor dat u papier gebruikt van minimaal 150 g/m².